Het is tijd voor stilte. Stilte in mij.

De laatste tijd voel ik me wat naar binnen gekeerd. Ik wil er wel op uit, dingen doen, voor m’n bedrijf aan de slag, maar het gaat op de een of andere manier niet. Niet van harte. Net een zaadje wat onder de grond aan het ontkiemen is. Wat tijd nodig heeft. De energie van het seizoen van de winter?

De winter is een periode van naar binnen keren, stil worden, en aan de andere kant ook van wortelen. ‘Groei gehuld in rust’, las ik in het blad The Optimist. De zaden die in de herfst op de grond zijn gevallen of bewust gezaaid, hebben rust nodig om tot wasdom te komen. Rust om ondergronds in de aarde te kunnen wortelen, groeien. En zich vervolgens in de lente voorzichtig te kunnen laten zien. 

Rust is dat je uitrust. Stilte komt daarna. Niks doen. En in het niksen komen bij mij allemaal plannen naar boven. Dingen die ik kan of wil doen. Er slingeren hier allemaal papiertjes met ideeën op tafel. Ik wil aan de slag. Uitwerken. Dingen doen. Maar het wil niet zo. 

Dus ik verzamel de papiertjes. Plak ze bij elkaar. En laat het daar even met rust. En ik pak een boek of doe iets wat wel gaat. Mezelf forceren, doe ik niet meer. Dat heb ik lang genoeg gedaan en heeft me in een burn-out geholpen. 

Niet altijd een makkelijke energie, die van de winter. Vaak hebben we liever dat het lente of zomer is. En toch. We hebben die rust – soms misschien een winterslaap ;)- nodig. De boog kan niet altijd gespannen staan. Zoals we de seizoenen buiten volgen, spelen ze zich ook in onszelf af. 

Misschien voelde ik die naar binnen gekeerde energie van de winter altijd wel, maar luister ik er nu voor het eerst echt naar. Omdat ik de stilte er laat zijn. Me er aan over geef. Rumi verwoord het mooi: “Hoe stiller je wordt, hoe meer je in staat bent om te horen”.

Geluid is eigenlijk overal. Stilte ook. 

Wat vertelt het jou?